5 psychologische experimenten die je moet kennen

Waarom gedragen mensen zich zoals ze doen? Om hierachter te komen, deden wetenschappers de afgelopen decennia heel wat psychologische experimenten.

Tegenwoordig moeten die – terecht – voldoen aan allerlei ethische eisen. Zoals vrijwillige deelname van proefpersonen en het voorkomen van psychische schade. Maar halverwege de vorige eeuw, toen ze populair werden, namen wetenschappers het nog niet zo nauw.

Dat leverde ons wel belangrijke en beroemde inzichten op, waaronder deze vijf must knows.

 

Psychologisch experiment 1: het omstandereffect (the bystander effect)

Beland je in een noodsituatie of word je slachtoffer van een misdrijf of pesterijen? Sta dan niet gek te kijken als omstanders niet ingrijpen of pas heel laat in actie komen. Bovendien, hoe groter de groep omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt. Dat komt door normale psychologische processen, zoals:

  • sociale invloed (als niemand ingrijpt, zal het wel niet ernstig zijn);
  • stress (ik kan nu echt niet te laat komen op m’n werk, laat iemand met meer tijd maar helpen);
  • en angst (straks raak ik zelf nog gewond).

Roep daarom in zo’n situatie niet zomaar ‘help!’, maar wijs iemand persoonlijk aan. Bijvoorbeeld: "Mevrouw met de paarse jas, ik heb uw hulp nodig, wilt u alstublieft een ambulance bellen?"

 

Psychologisch experiment 2: selectieve aandacht

Als je aandacht op één ding gericht is, merk je andere dingen minder goed op, of helemaal niet. Dit is hoe onze hersenen zijn geprogrammeerd, omdat we dagelijks zoveel informatie krijgen dat onze hersenen niet alles tegelijk kunnen verwerken. Onderstaande video is een beroemde illustratie van dit fenomeen. Onze selectieve aandacht verklaart ook waarom getuigenverhoren vaak moeilijk zijn. En waarom mensen de neiging hebben om te snel conclusies te trekken.

 

Psychologisch experiment 3: groepsdruk

Of je het nu wilt of niet, de meerderheid van een groep waarvan je deel uitmaakt, beïnvloedt vaak je mening. In het onderstaande experiment van Salomon Asch zie je een 'quiz' met vijf nep-deelnemers (die in het complot zitten) en één echte. De opdracht is simpel: welke lijn komt overeen met de andere? Maar de nep-deelnemers geven consequent het verkeerde antwoord. Hoe vaak denk je dat de proefpersoon zijn eigen beoordeling laat varen?

 

Psychologisch experiment 4: vijandigheid tussen groepen

Heb je je ooit afgevraagd waarom bepaalde groepen zo vijandig tegenover elkaar staan? De realistische conflicttheorie biedt daar een verklaring voor: competitie over (vermeende) schaarse bronnen, zoals geld, macht en status. Ook het hebben van een alles-of-niets-gevoel speelt daarbij een rol. Het Robbers Cave-experiment van Muzafer Sherif is een van de bekendste demonstraties van dit effect. Vijandigheid tussen groepen kan alleen worden opgelost door een gezamenlijk doel te stellen (samenleven is niet genoeg).

 

Psychologisch experiment 5: aangeleerde hulpeloosheid

In de jaren '60 kreeg Martin Seligman interessante inzichten door experimenten met honden. Mensen (en dieren) gedragen zich in bepaalde situaties hulpeloos, terwijl ze de capaciteiten hebben om iets aan de onplezierige omstandigheden te veranderen. Dat komt vaak omdat ze eerder negatieve ervaringen hebben gehad bij hun pogingen om aan de nare situatie te ontsnappen. Aangeleerde hulpeloosheid speelt bijvoorbeeld een rol bij depressie.

 

Ken je nog andere beroemde psychologische experimenten om aan deze lijst toe te voegen?

Helaas is reageren op dit artikel niet meer mogelijk omdat het originele blog (Passievoorpsychologie.nl) niet meer bestaat. Toch hoop ik dat je waardevolle inzichten hebt opgedaan die je verder kunnen helpen.

[Bronnen: Psychologie, Marc Brysbaert; Wikipedia.org]

 

Naar het overzicht